Op het ogenblik wordt kommer en kwel uitgestort doorde westerse media over hoe teleurtstellend het economisch herstel is.
Afgezien van het vermoeden dat dit vooral berust op te weinig geduld is het vooral een teken dat men niet in de getaen heeft hoe de wereld er voor staat. Men kijkt door een Amerikacentrische bril met in de zijspiegel de beslommeringen in Europa en Japan.
Ondertussen groeit de wereldeconomie in 2010 naar schatting met bijna 5%. Een groei van boven de 4% komt zelden voor, alleen in de epriode 2003-2007 zag men zulke hoge cifers en in nog enkele jaren in de periode 1950-1965. Ook in 2011 zal de groei boven de 4% zijn. Wereldwijd is er dus helemaal geen uitzonderlijk slecht herstel van de kredietcrisis. Men is echter blind voor iets anders: Amerika, Japan en Europa hebben hun recht om als toonzetter voor wat gebeurt in de wereld verloren. Hoe het gaat in de wereld wordt bepaald door China, India en in mindere mate Brazilië, Rusland, Turkije en Indonesië. Zij hebben de voortrekkersrol, niet de VS.
Na 9/11 is de macht van Amerika met sprongen achteruit gegaan (Europa is al helemaal onbeduidend geworden, het kon niet eens orde op zaken zetten in Joegoslavië). Het jarenlange spaartekort ging zich plotseling wreken toen de innovatiekracht, nog zo enorm sterk in de jaren 90 (90% van de belangrijke innovaties werden toen in de VS gedaan) flink verminderde na 2000 en men voor de tweede keer achter elkaar grote misinvesteringen deed (eerst in de ICT waarin elk bedrijf investeerde alsof ze marktleider konden worden; voor de tweede keer in het Mac Mansion). Een specifieke ramp voor de VS, de onjuiste wardebepaling van de hypotheken, waarvan de kredietverstrekking in de VS voor meer dan 50% van afhing, werd catastrofaal toen de republikeinse minister van financiën het tijd vond moral hazard te gaan bestrijden via het faillissement van Lehman Brothers.
Al die zaken bij elkaar hebben de macht van de VS nog sneller geërodeerd dan die van Groot Brittannië na 1890-1913. Na de Eerste Wereldoorlog werd de VS de hegemon. Nu is het de beurt aan China met India als belangrijke sidekick. We zitten in de overgangsperiode, net als 1890-1913. Die vorige overgangsperiode was overigens een periode met veel voorspoed. Het VK legde het niet alleen militair af tegen de VS na 1913, maar men legde het vooral ook af qua mogelijkhden om vooruit te komen: in het begin van de Idustriële Revolutie was het VK toonaangevend, rond 1915 was het de massaproductie door Ford, de grote olieproductie in de VS en vooral ook de veel meer op verandering gerichte cultuur van het immigratieland VS dan het conservatieve VK. Het VK dutte wat in onder haar rijkdom en sloeg flink aan het mopperen, net als nu gebeurt in de VS.
Net als het VK na 1913 onder ogen moest zien dat de VS belangrijker was geworden in de wereld, moet nu de VS aanzien dat China nu meer lakens gaat uitdelen. Het is nog niet zo ver dat China al meer lakens heeft, maar men krijgt elk jaar veel meer lakens bij dan de VS. Waar in de jaren 90 in dollars gemeten meer dan 90% van de wereldgroei naar zich toetrok, wordt nu meer dan 50% door China bepaald.
Men vindt het nog steeds raar dat de gang van zaken in China die van de hele wereld bepaalt. Men maakt zich liever druk over problemen in de VS en nu in Europa.
Het grote koersherstel in 2009 werd voorafgegaan door beursherstel in China en de correctie van 2010 ook.
No comments:
Post a Comment